Antwoord op verzoek reactie op Petitie
29 389
Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid
Nr. 120 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 augustus 2023
Met uw brief van 13 juni 2023 vraagt u mij om een reactie op de petitie «Stop verwaarlozing ouderen».
Ik heb de petitie gelezen en lees dat de ondertekenaars het gevoel hebben dat in onze samenleving ouderen verwaarloosd worden en niet (langer) als waardevol worden gezien. Ik heb ook eerder met de in de petitie genoemde contactpersoon een gesprek gevoerd om met haar te praten over de gevoelens die er leven in de samenleving. Ook door werkbe-zoeken die ik afleg en gesprekken die ik voer met onder andere vertegen-woordigers van cliëntenorganisaties houd ik voeling met hetgeen er leeft in de samenleving.
Ik betreur dat er bij de ondertekenaars van de petitie een gevoel bestaat dat ouderen verwaarloosd worden en niet waardevol zijn, zeker indien hieraan de suggestie wordt gekoppeld dat er sprake is van een beleids-keuze in die richting. Ik ben het namelijk van harte eens met de stelling in de petitie dat ouderen waardevol zijn, ze het verdienen om van te houden met het laatste stukje van hun leven in warme zorg met aandacht, veilig en beschermd.
Ik zet mij dan ook in om de zorg ook in de toekomst voor de meest kwetsbaren toegankelijk te houden. Gezien de toenemende vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt is hierbij sprake van een grote opgave. Het is dan ook van belang dat we gezamenlijk de schouders eronder zetten om invulling te geven aan deze opgave. Het bouwen van verpleeghuizen om wachtlijsten weg te werken is daarbij niet de oplossing. Er is immers te weinig personeel om op de oude voet verder te gaan. Bovendien sluit het verpleeghuis ook niet in alle gevallen aan bij de veranderende wensen van veel mensen. Daarom zet ik met de uitbreiding in op groei van het aantal verpleegzorgplaatsen buiten het verpleeghuis.
De focus blijft in de komende jaren gericht op goede zorg voor de meest kwetsbare ouderen, door gerichte toewijzing van verpleeghuisplaatsen, ontwikkeling van nieuwe woonvormen en effectieve inzet van het beschikbare zorgpersoneel ondersteund door een adequate inzet van informele zorg en samenwerking in de keten. Ook preventie, versterken van de sociale basis en het versterken van de zorg in de eerste lijn zijn daarbij belangrijke punten.
Zoals hiervoor aangegeven zet ik mij in om de zorg ook in de toekomst toegankelijk te houden. Ik herken mij niet in de stelling dat ouderen, als gevolg van een beleidskeuze, verwaarloosd worden. Wel zie ik dat er op meerdere plekken sprake is van krapte op de arbeidsmarkt en ook daardoor toenemende druk op de zorg. Deze druk op de zorg, die breder is dan alleen de ouderenzorg, kan leiden tot opstopping in de keten en toenemende wachtlijsten. Dit kan ons allen treffen en daarmee ook de ouderen. Van meerdere kanten en door diverse partijen word ik hierop gewezen en dit vormt voor mij ook de reden om in samenwerking met vele partijen te werken in de richting die we samen in het WOZO-programma hebben beschreven (Kamerstuk 29 389, nr. 111).
In de petitie wordt onder andere verzocht om ouderen niet te discrimineren op kwetsbaarheid en leeftijd, geen dwangmedicatie te geven bij de ziekte dementie en zelf te laten beslissen of ze palliatieve zorg willen en advies hierbij niet dwingend te laten zijn. Al langer is onze dementiezorg hierop ingericht. Ik onderschrijf daarom deze oproep van harte.
In de petitie wordt ook teruggeblikt op de periode waarop corona op zijn hevigst was en waarbij door sommigen soms in minder vleiende termen over ouderen werd gesproken. Bij de keuzes die in de zorg zijn gemaakt, is leeftijd nooit het doorslaggevende criterium geweest (en zal het naar mijn idee ook nooit worden) om te bepalen of iemand al dan niet in aanmerking komt voor een behandeling of opname in het ziekenhuis. Zorginhoudelijke criteria hebben daarbij altijd voorop gestaan.
Maatschappelijke dialoog
In het kader van de nadere uitwerking van het WOZO-programma wordt gewerkt aan een maatschappelijke dialoog gericht op bewustwording onder ouderen. Onder andere uit een publieksonderzoek van ActiZ1 blijkt dat Neder-landers nog maar nauwelijks op de hoogte zijn van de toenemende vergrijzing die op ons afkomt en dat dat ook gevolgen gaat hebben voor onze samenleving (inclusief onze zorg). De al eerder aangekondigde maatschappelijk dialoog in het kader van WOZO kent als doelstellingen: vergroten van het bewustzijn onder senioren dat ondersteuning en zorg gaan veranderen en hoe zij zich daarop tijdig kunnen voorbereiden. Nu wordt vaak pas naar oplossingen gezocht op het moment dat de nood al erg hoog is. Ook uit de praktijk komt naar voren, dat tijdig hierover spreken gaat helpen.
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport
C. Helder