2020-01-22-socialevraagstukken-Participatiesamenleving

Door Menno Hurenkamp 22 januari 2020
Sociale Vraagstukken
Participatiesamenleving: de opkomst en neergang van een begrip
Participatiesamenleving Sociologisch onderzoek
De Koning was in september 2013 nog niet uitgesproken of de participatiesamenleving werd enthousiast omarmd. Het enthousiasme duurde nog geen jaar. Toen duidelijk werd dat het verrekte ingewikkeld was om met minder geld meer mensen te helpen, boette het begrip razendsnel aan populariteit in. Wat rest, is de herinnering.
In 2013 kondigde de Koning de participatiesamenleving af. We kennen de quote al, maar toch even voor de volledigheid: ‘Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesamenleving mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger. Gecombineerd met de noodzaak om het tekort van de overheid terug te dringen, leidt dit ertoe dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haareigen leven en omgeving.’ (Troonrede, 17 september 2013). De Koninklijke toespraak leidde tot veel enthousiasme en interessante discussies. Nieuw, fris, meer samenleving voor minder geld, wie wil dat niet?
Hoe Nederlanders soms van het pad raken
Ik heb toen meteen al een kleine poging gedaan om orde te scheppen, door in een artikel voor Socialisme en Democratie te analyseren hoe het begrip ‘participatiesamenleving’ al sinds de vroege jaren ’70 een dankbaar vehikel is voor ideologische verlangens van links tot rechts. Er kon wel eens sprake zijn van een veenbrand, was de teneur van mijn betoog: soms laait het idee op, en dan trekt het zich weer terug. Daar trok natuurlijk niemand zich wat van aan. Intussen hebben de collega’s allang netjes geanalyseerd dat de invoering van die participatiesamenleving bepaald ongelukkig verlopen is. Er gaat van alles en nog wat goed in de lokale zorg, maar de mensen om wie de verzorgingsstaat echt gaat zijn de pineut.
Wat kan ik daar nog aan toevoegen? Voor een lezing eindvorig jaar voor de Belgische welzijnskoepel Socius leek het me zinnig te laten zien hoe het enthousiasme voor die participatiesamenleving kwam en ging. Het leek me toch wel een opgave om in korte tijd aan Vlamingen uit te leggen hoe Nederlanders soms behoorlijk van het pad kunnen raken. Op zoek naar een heldere illustratie turfde ik hoe de term langs kwam in parlementaire stukken, dus wanneer en hoe vaak volksvertegenwoordigers zich bogen over dit alternatief voor de verzorgingsstaat. Daar kwam tamelijk voorspelbaar uit dat het enthousiasme kwam en ging –toen bleek dat het verrekte ingewikkeld was om met minder middelen meer mensen te helpen.
Participatiesamenleving was feit, geen doel
Maar er kwam ook uit dat het breekpunt vrij letterlijk samenviel met een uitspraak van minister-president Mark Rutte in de Tweede Kamer op 2 juli 2014: ‘de participatiesamenleving was helemaal geen doel’, hoe kwamen we daar nu bij? Deze was een feit en de regering probeerde er ondanks alle moeilijkheden het beste van te maken. Die door de Koning uitgesproken zin dat ‘van iedereen die dat kan verantwoordelijkheid wordt gevraagd’, daar schaatste het parlement toen ook maar een beetje overheen. Rutte waste zijn handen in onschuld. (Mattheus 27:24) En de politiek ging over tot de orde van de dag, beschroomd als ze was dat het zover was gekomen.
Wie wel eens kranten leest, heeft vast gehoord van de ‘Olifantengrafiek’, waarmee de econoom Branco MIlanovic de verdeling van de welvaartsgroei van de afgelopen decennia illustreert: groei voor de armen en de hele rijken, maar niet voor de middengroepen. Een buitengewoon heldere illustratie van een ingewikkeld fenomeen, dat helpt het populisme verklaren.
Zonder het gezag van Milanovic te willen claimen, kan de samenvatting van de discussie over de participatiesamenleving daarmee prima verklaard worden via de Pilatus-piek van de participatiesamenleving: een explosie van gepalaver meteen nadat de Koning er namens de regering over sprak en een razendsnelle implosie nadat Rutte zijn handen er vanaf had getrokken.
‘De Pilatus-piek van de participatie-samenleving.’
Inzet van de ‘participatiesamenleving’ in parlementair debat en parlementaire tekst, gemeten tussen 2009 en 2019.
Mark Rutte, 04-07-2014: ‘Participatiesamenleving was nooit een einddoel’
Dit verhaal doet weinig voor alledaagse problematiek. Oftewel, wie met de resultaten van het beleid moet werken, is er niet mee geholpen. Maar wie probeert de boel te reconstrueren misschien wel, zodat we in de toekomst betere fouten maken.
Menno Hurenkamp is publicist en als politicoloog verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek en de Universiteit van Amsterdam.

Laat een bericht achter

Deel uw ervaringen met ons

Uw verhaal met ons delen? Of wilt u dat wij contact met u opnemen? Laat het ons weten!

Start met typen en druk op Enter om te zoeken