Keuzevrijheid

Waarom het zorgakkoord niet deugt volgens de vereniging van psychisch kwetsbare mensen. Minister Conny Helder van langdurige zorg en sport na het ondertekenen van het integraal zorgakkoord in september. In het akkoord staan plannen voor het betaalbaar en goed houden van de zorg in de toekomst.

Mensen met een psychische kwetsbaarheid worden gedupeerd door het integraal zorgakkoord, vindt hun belangenorganisatie Mind. De inperking van de keuze voor een vrije behandelaar is voor hen onaanvaardbaar.

Maandenlang is over het integraal zorgakkoord onderhandeld. Mind, een van veertien onderhandelende partijen, hoopt dat de Tweede Kamer woensdag deze blauwdruk voor de zorg van de toekomst fundamenteel aanpast.

Natuurlijk ziet Mind ook wel dat het anders moet in de zorg, zegt Wilma van der Scheer, voorzitter van de patiëntenorganisatie van ruim een miljoen mensen met een psychische kwetsbaarheid. “Er zitten ook goede punten in het zorgakkoord.” Het streven om de wachttijden voor behandeling terug te brengen bijvoorbeeld, van 14 naar 5 weken, wie kan daar tegen zijn? “Al is nog niet uitgekristalliseerd hoe dat dan moet”, zegt Van der Scheer. En zo is Mind natuurlijk óók voor preventie en meer samenwerking in de zorg. De voorzitter is zelfs gematigd enthousiast over de erkenning (‘eindelijk’) van de ervaringsdeskundige als hulpverlener, al is ook nog onduidelijk hoe die dan financieel vergoed moet worden.

Al die plusjes staan echter in geen verhouding tot de dikke min die Van der Scheer ‘een fundamentele aantasting van de rechten van de patiënt’ door het zorgakkoord noemt: het recht om een eigen behandelaar te kiezen. De vrije artsenkeuze dus wordt hier om zeep geholpen. Jaren geleden, in 2014, probeerde toen­malig zorgminister Edith Schippers dat recht al eens in te perken. Het plan haalde de Eerste Kamer, maar behaalde niet de eindstreep.

Dit integraal zorgakkoord herinnert aan die tijd , door veel sterker dan nu toe praktijk is in te zetten op gecontracteerde zorg. Zorgverzekerden met een naturapolis mogen alleen aankloppen bij door de zorgverzekeraar geselecteerde zorgverlener, in de ggz gaat het dan bijvoorbeeld een psychiater, psycholoog of POH-ggz (praktijkondersteuner huisartsen voor geestelijke gezondheidszorg). Wie een niet-gecontracteerde behandelaar kiest, moet vaak fors bijbetalen, tot wel 40 procent van de behandelkosten. Dat dupeert haar achterban zwaar, denkt Van der Scheer. “Ruim 70 procent van de verzekerden heeft zo’n relatief goedkope naturapolis, onder wie veel mensen met een psychische kwetsbaarheid. Zij hebben immers vaker problemen met werk, vaker ook een uitkering en moeten dus veel gaan bijbetalen.”

‘Gecontracteerde zorg vergroot vooral de macht van verzekeraars’
En waarom, vraagt Van der Scheer zich af. “Want gecontracteerde zorg is helemaal niet beter of goedkoper. Waar is het bewijs daarvoor?” Uit recent onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit blijkt dat zorgverzekeraars, hoewel ze sinds de Zorgverzekeringswet uit 2006 zorg zouden moeten inkopen op basis van kwaliteit, dat nauwelijks doen. In plaats daarvan leggen ze zorgaanbieders nog steeds vaak contracten voor met het verzoek te tekenen bij het kruisje. “Dit remt innovatie. Veel innovatieve zorgaanbieders beginnen vaak zonder contract.” Ze noemt als voorbeeld het succesvolle bedrijf BuurtzorgT, dat psychiatrische hulp aan huis.

Het beperken van de vrije keuze voor behandelaar schaadt ook, onderstreept de Mind-voorzitter, de goede vertrouwensrelatie die belangrijk is voor behandelsucces. “Dus hoezo is gecontracteerde zorg goedkoper en beter? Het vergroot vooral de macht van verzekeraars.”

Mind mist in het zorgakkoord ook een garantie voor de bescherming van persoonsgegevens. Juist nu het zo gemakkelijk is om data te verzamelen en databanken te koppelen, is een stevige garantie in het akkoord over de toekomst van de zorg geboden.

Zorgsector verdeeld
De kritiek van Mind op het inperken van de vrije behandelaarkeuze, wordt gedeeld door de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Landelijke Verenging van Vrijgevestigde Psychologen. Beide zaten niet bij de onderhandelingen over het zorgakkoord aan tafel. De Landelijke Huisarstenverenging is ook tegen, vooral omdat het ontbreekt aan financiële garanties die het mogelijk maken langer tijd uit te trekken op een spreekuur.

Vóór zijn onder andere de werkgevers in de langdurige zorg en ggz, de ziekenhuizen en de zorgverzekeraars.

Bron: Trouw 11 oktober 2022

Laat een bericht achter

Deel uw ervaringen met ons

Uw verhaal met ons delen? Of wilt u dat wij contact met u opnemen? Laat het ons weten!

Start met typen en druk op Enter om te zoeken